Mustafa Bulut werkt als geestelijk verzorger in twee Brabantse ziekenhuizen. Hij ziet dat het personeel daar te lijden heeft onder de aanhoudende psychische druk. “Er is ziekteverzuim, mensen zijn moe en komen in heftige situaties terecht. Vooral de dreiging van een derde golf werkt hier zwaar door.”
Bulut onderhoudt vooral contact met patiënten in het ziekenhuis. Hij komt daar hartverscheurende verhalen tegen. “Laatst sprak ik met een opa die de geboorte van zijn kleinkind niet meer zou meemaken. Hij voelt zich dan ook geen goede vader naar zijn kind, terwijl hij daar natuurlijk niets aan kan doen. Daar heb je dan lange gesprekken over, je probeert iemand gerust te stellen.”
Een aandachtsgebied in Buluts werk is het contact met de moslimgemeenschap. “Daar spelen regelmatig dilemma’s. Laatst lag er een Marokkaanse meneer op sterven. Hij had acht kinderen, veel kleinkinderen en broers en zussen. De gehele familie wilde afscheid nemen, maar dat ging niet door de coronamaatregelen. Ik help zo’n boodschap goed over te brengen.”
Meestal gaat dat goed, maar een situatie kan ook escaleren. “Soms is een patiënt medisch uitbehandeld maar wil de familie dat een arts toch blijft behandelen. Dan kan het fel worden, soms wordt er gedreigd. Als zoiets kan gaan spelen, probeer ik er vroeg bij te zijn om een vertrouwensband op te bouwen met de familie, en het medische team te ondersteunen.”
Ondanks dat de beperkingen veel eisen, is Bulut er niet voor meer toe te staan. “Ik merk dat de behoefte aan ruimte bij mensen zo groot is, dat ze te veel ruimte zullen pakken als die wordt geboden. Kaders zijn helaas nodig.”