Het project Specialistische deskundigheid palliatieve zorg is in opdracht van het Programma-overleg van het Netwerk Palliatieve Zorg uitgevoerd, met het oog op de verwachte toename van het aantal palliatieve patiënten de komende jaren en de afname van zorgpersoneel. Het project heeft gelopen van maart 2024 tot en met december 2024.
Vragen die voorafgaand aan het project zijn gesteld:
Op 26 november 2024 werden onder leiding van Arnold van Halteren, directeur Vereniging transmurale zorg de adviezen door Jolanda Roelands gepresenteerd aan de bestuurders en leden van het Programma-overleg van het netwerk. Dit gebeurde in combinatie van verhalen van Esther ten Brink vanuit het patiëntenperspectief en een presentatie van Anouk Jochems (HMC) en Wim Jabroer (Hadoks) vanuit het zorgverlenersperspectief. Ondersteund met demografische ontwikkelingen door Netwerkcoördinator Sven Zeilstra.
De 27 deelnemers waren erg onder de indruk van de presentaties en waren het met elkaar eens dat het van groot belang is dat er over de lijnen van zorg en welzijn wordt samengewerkt. Er dient daarbij aandacht te zijn voor alle vier de domeinen van palliatieve zorg. Er liggen kansen voor betere transmurale samenwerking, financiering en betere aansluiting bij wensen en behoeften van patiënten en naasten.
Op de vraag wie er mee wil werken aan de totstandkoming van een transmuraal palliatief team, werd door de aanwezigen positief gereageerd. Over het ‘wat’ zijn de netwerkleden het dus met elkaar eens, het ‘hoe’ zal in 2025 verder uitgewerkt moeten worden. Dit betekent dat het huidige project afgerond is met de oplevering van de factsheet en het adviesrapport ‘Het zal je moeder maar zijn’. In januari 2025 zal het voorstel voor een nieuw te vormen werkgroep aan de netwerkleden worden voorgelegd.
U treft de factsheet, een beknopte samenvatting van de huidige situatie en de geformuleerde adviezen, en het adviesrapport ‘Het zal je moeder maar zijn’ aan als bijlagen onderaan dit bericht.
