Mantelzorger

Signaleren en markeren

Start Palliatieve fase

Horen dat jouw naaste niet meer beter wordt, is zwaar. Na zo’n bericht kan jouw naaste nog (enkele) weken, maanden tot jaren leven. Deze fase wordt de palliatieve fase genoemd. Palliatieve zorg start als de arts jouw naaste vertelt dat genezing of herstel niet meer mogelijk is. De (medische) behandeling richt zich niet meer op genezen, maar op het voorkomen, verminderen en verzachten van klachten en problemen.

Misschien moeten jullie moeilijke beslissingen nemen. Daarbij is het belangrijk dat je goed geïnformeerd bent. Ga daarom mee naar het gesprek met de arts en bedenk vooraf wat jullie willen vragen. De ervaring leert dat samen luisteren en vragen stellen prettig is. Want twee horen meer dan één.

Zo kan je naaste in goed overleg met jou en de arts beslissingen nemen. Ook het boekje “Notities over het einde van mijn leven” helpt hierbij.

Vroegtijdig signaleren en markeren

Zorg in de laatste levensfase richt zich op de kwaliteit van leven. Dat maakt vroegtijdige signalering en markering van de palliatieve zorg zo belangrijk. Zo voorkom je klachten en problemen zoveel mogelijk of verminder je de last ervan.

Uit onderzoek is gebleken dat patiënten die goede zorg krijgen:

  • Minder last hebben van klachten en problemen;
  • Hun kwaliteit van leven beter vinden;
  • Minder vaak (plotseling) naar het ziekenhuis hoeven;
  • Vaak langer leven;
  • Vaker overlijden op de plek waar je naaste dit graag wilt.

Dit alles helpt jou als naaste bovendien om het overlijden beter te verwerken.

Markeren is van belang omdat dan uitgesproken wordt dat de laatste levensfase is aangebroken. De palliatieve zorg kan dan meteen beginnen.

Aandacht en ondersteuning

Bij palliatieve zorg hoort ook de aandacht voor en ondersteuning van de partner/familie tijdens deze fase en goede nazorg na het overlijden van de patiënt. Het is, voor jou als naaste en mantelzorger, de start van een periode die mogelijk veel van je vraagt. Daarom is ook de aandacht voor jou zo belangrijk! De huisarts en andere zorgverleners vragen daarom ook aan jou regelmatig wat jij nodig hebt in deze situatie.

Geef aan wat je zwaar valt of wat je graag wilt.

Als jullie (jonge) kinderen hebben

Wanneer een ouder niet meer beter wordt, heeft dat ook veel invloed op jouw kind. Meestal kunnen kinderen zicht goed aanpassen. Je kind betrekken bij wat er gebeurt, is enorm belangrijk. Daarnaast helpt regelmaat en structuur, zodat het leven van je kind zo goed mogelijk doorgaat. Wat precies de goede aanpak is, verschilt per gezin. Je huisarts, een geestelijk verzorger of maatschappelijk werker kunnen je hierbij helpen.

Relatie met jouw partner

Een levensbedreigende ziekte of aandoening is een heftige gebeurtenis. Een relatie krijgt heel wat te verduren. Sommige mensen ervaren dat hun relatie hechter wordt. Anderen voelen dat ze langzaam maar zeker uit elkaar groeien. Ook jouw rol ten opzichte van je partner verandert. Vraag ook hierbij begeleiding van bijvoorbeeld je huisarts, een geestelijk verzorger of maatschappelijk werker.